Opinie in DS: Ook het toekomstige middenveld zal politiek zijn

Stijn Oosterlynck
politiek
Naar aanleiding van o.a. de open brief die heel wat middenveldorganisaties onderschreven in reactie op een uitgelekt fragment in de onderhandelingsnota integratie en inburgering, schreef Stijn Oosterlynck deze opinie die op 9 september in De Standaard verscheen.

Net voor de zomer reisden een groep academici en leden van Vlaamse middenveldorganisaties samen met de trein naar Wenen. Ze waren op een missie om te leren over hoe middenveldorganisaties kunnen omgaan met een overheid die zich meer autoritair gaat opstellen, de banden met middenveldorganisaties systematisch doorknipt en de investeringen erin drastisch terug schroeft. Oostenrijk lijkt erg op Vlaanderen. In de twintigste eeuw ontstond net zoals bij ons een sterke verstrengeling tussen de overheid enerzijds en een christendemocratisch en sociaaldemocratisch middenveldblok anderzijds, weliswaar in afwezigheid van een stevige liberale beweging (die er bij ons wel is). De voorbije decennia ontmantelden populistisch nationalistisch-conservatieve krachten dit partnerschap tussen overheid en middenveld.

Tijdens het bezoek drongen de parallellen met de situatie in Vlaanderen zich op. Ook hier worden organisaties, vooral zij die de stem van de zwakste groepen in de samenleving vertolken zoals het Minderhedenforum, bruutweg in hun bestaan bedreigd. Ook hier stelt de uitvoerende macht, de regeringen, zich steeds autoritairder op. We zijn het erover eens dat de verzuiling geen model voor de toekomst vormt. Maar dit hoeft helemaal niet het einde van het middenveld te betekenen, wel de overgang naar een nieuw middenveld en een nieuw partnerschap met de overheid (hopelijk evenzeer vernieuwd).

Het lijkt er echter op dat sommige politici deze transitieperiode gebruiken om komaf te maken met een middenveld dat zich politiek uitspreekt. De systematische aanvallen op de positie en legitimiteit van het middenveld reflecteren een antidemocratische agenda. De liberale democratie leeft bij gratie van een veelheid aan ideeën en visies die voortdurend met elkaar botsen. Het meerpartijensysteem volstaat niet om dit te capteren, maar wordt daarbij ondersteund door de scheiding der machten, een kritische pers, een publiek actieve academische wereld en een levendig middenveld. Het is allerminst toeval dat leden van de uitvoerende macht al die andere spelers de voorbije jaren onder vuur namen. Denk aan uitspraken over ‘wereldvreemde rechters’, ‘linkse journalisten of professoren’ en ‘activistische NGOs’. Hier wordt geen inhoudelijk meningsverschil uitgevochten, maar wel de legitimiteit van die spelers – en de liberale democratie die zij stutten – in vraag gesteld.

Het is een verhaal dat overal in de wereld aan de orde is, zoals Lysa John van de internationale alliantie van middenveldorganisaties Civicus deze week in Mo* magazine uitlegt. Het Vlaamse middenveld ondergaat dit echter niet zomaar, maar is al decennialang bezig actief haar politieke rol te herdenken. Doorheen al die experimenten valt het publiek karakter van politiek werk op. Het gaat minder om het uitschrijven van memoranda die dan door bevriende partijen en met lobbywerk achter de schermen opgepikt worden. Het gaat vooral om het bewust opzoeken van het publieke debat en dit aanzwengelen met nieuwe visies en voorstellen.

Neem de vrouwenbeweging Femma, het voormalige KAV, dat zich sinds enige tijd onafhankelijker van de christelijke zuil opstelt. Het dalende ledenaantal en het feit dat memoranda nauwelijks nog impact genereren noopte de organisatie om van strategie te veranderen. Femma koos er één thema uit – de moeilijke balans tussen werk en gezin – en lanceerde een campagne voor de 30 uren week. De campagne doet nadenken over wat arbeid is en welke maatschappelijke verwachtingen daarover leven. Ze wordt gestut door intern denkwerk, door de 30 uren week in de eigen organisatie in te voeren, door begeleidend wetenschappelijk onderzoek en door experimenten met crowdfunding.

Politici kunnen veel leren van dit vernieuwende politieke werk. Het maakt (breed gedeelde) persoonlijke bekommernissen tot de inzet van maatschappelijk debat. Het kleurt buiten de lijnen van de ‘aanvaardbare politieke ideeën’ en begeestert net daardoor. En het versterkt zich met allianties met andere actoren van het democratische spel, bv. door de media te voeden met verhalen die tot nog toe te weinig aan bod komen en door samenwerking met academici die het effect van voorstellen testen.

De cruciale vraag vandaag is of we als samenleving de toekomstige positie van het middenveld willen beslechten met brutale machtspolitiek of met een diepgaand inhoudelijk debat. De zorgwekkende vernauwing van democratie tot wie bij de verkiezingen een meerderheid haalt suggereert de eerste optie. Maar de dynamiek van vernieuwing bij nogal wat middenveldorganisaties en nieuwe wetenschappelijke inzichten die daarover bestaan houden de tweede optie mogelijk. Het staat buiten kijf dat politici die het goed voor hebben met de meerstemmigheid van de liberale democratie, kiezen voor de tweede optie.

 

Stijn Oosterlynck

Deze opinie verscheen in De Standaard.

Hierboven kan u een pdf-versie van het artikel downloaden.

Blijf op de hoogte

Category
*
*
*